Hoe krijg je eerherstel na een veroordeling?

Een strafrechtelijke veroordeling heeft vaak ongewenste neveneffecten. Zolang een veroordeling op het strafregister prijkt, zal die eveneens vermeld worden op een attest van goed gedrag en zeden. Dit vormt vaak een hinderpaal bij sollicitaties of bij deelname aan aanbestedingen.

Om alle ongewenste effecten van een veroordeling te elimineren, kan na uitvoering van de opgelegde straf nuttig een verzoek tot eerherstel worden ingediend. Een eerherstel doet voor de toekomst alle gevolgen van een veroordeling teniet. Dit houdt tevens in dat een veroordeling niet meer zal worden vermeld op een attest van goed gedrag en zeden.

Eerherstel kan worden verleend voor alle mogelijke strafrechtelijke veroordelingen, dus zowel voor verkeersinbreuken als voor zware misdrijven. Indien een persoon meerdere veroordelingen op zijn strafregister heeft, zal een verzoek tot eerherstel doorgaans betrekking hebben op alle misdrijven op het strafregister.

De belangrijkste voorwaarde bestaat in het ondergaan van een proeftijd, waarin geen nieuwe misdrijven worden gepleegd. Deze proeftijd bedraagt in principe drie jaar. Ingeval van een eerdere veroordeling tot gevangenisstraf van meer dan vijf jaar of van herhaling, wordt de proeftijd verlengd tot respectievelijk vijf, zes of tien jaar.

De proeftijd begint te lopen vanaf de uitvoering van de opgelegde straf. In die optiek heeft men er belang bij om de straf zo spoedig mogelijk uitgevoerd te zien.

Het verzoek tot eerherstel kan al worden ingediend een jaar voor het verstrijken van de proeftijd. Het eerherstel zelf kan evenwel pas worden verleend nadat de proeftijd verstreken is.

Bij het verzoek dient het bewijs te worden gevoegd dat alle boetes en gerechtskosten uit het verleden betaald zijn.

Ook moet het bewijs worden bijgevoegd dat mogelijke schadevergoedingen aan burgerlijke partijen werden betaald.

Na neerlegging van het verzoek tot eerherstel zal het parket van de procureur des Konings een onderzoek voeren, waarin een aantal verplichte adviezen worden verzameld (onder meer van de burgemeesters van de gemeenten waar de verzoeker tijdens de proeftijd verbleven heeft).

Na voltooiing van dit onderzoek wordt het verzoek tot eerherstel behandeld voor de kamer van inbeschuldigingstelling bij het hof van beroep. Soms wordt het eerherstel verleend zonder dat de verzoeker wordt opgeroepen voor de zitting van de kamer van inbeschuldigingstelling. In meer betwiste gevallen, wordt de verzoeker wel opgeroepen of gehoord door de kamer van inbeschuldigingstelling.

Indien het eerherstel wordt verleend, wordt de verzoeker hiervan op de hoogte gebracht.

Indien het eerherstel wordt geweigerd, kan de verzoeker pas na twee jaar een nieuw verzoek tot eerherstel indienen.

 

Dit artikel werd geschreven door

Op zoek naar advies rond een bepaald onderwerp?

We begeleiden je naar de juiste persoon of team.